De verhalen Pagina
     
A.T.C.Site.

A.T.C. Over ons.

A.T.C. Gastenboek.

A.T.C Het Idee voor en van jou.

A.T.C. Vermiste dieren Database

A.T.C. Kalender

A.T.C Nieuws

A.T.C. Verhalen Pagina

A.T.C. Foto's Feest

A.T.C. dieren info 1.

A.T.C.dieren info 2

A.T.C. Onze natuur- en dierenlinks

A.T.C.bewegende dieren.

A.T.C.Leuke Dingen

 

Hier vind je een paar verhaaltjes die wij hebben geschreven

Het eerste verhaaltje heet : Schone tanden.( Door Tim ) en daarna een verhaaltje van eekhoorn en vos( door alyssa)

Er leefden eens een Hond en een konijn.

Ze besloten hun Maisvelden samen te voegen.

Samen bedachten ze hoe ze dat zouden doen,

En een paar weken na de regen bui begonnen ze aan het losmaken van hun zand.

Daarna werd de akker met maiskorrels ingezaaid .

Om beurten hielden ze de wacht bij de akker om de wilden dieren van het veld weg te houden.

Alles ging goed en na drie maanden konden ze al een kleine hoeveelheid mais opeten.

Maar toen begonnen de problemen .

De hond at bijna vier keer zo veel als het konijn.

En hij bleef ondanks alles wat hij at,  toch nog honger hebben.

Het konijn besloot er een eind aan te maken.

Op een dag ging hij het bos in .

Van smorgens vroeg tot laat in de avond,at hij alleen maar wortels zodat zijn tanden er schoon uitzagen.

Het konijn wist dat de hond jaloers zou worden op die mooie schone tanden.

En daarmee wilde het konijn de hond in  de val laten lopen.

 

De morgen daarop......

 

De hond merkte dat de tanden van zijn vriend er wel heel schoon uit zagen.

Hoe kom je aan zulke mooie tanden?

Waarom vraag je dat? Antwoorden het konijn :dat is toch heel normaal, als je maar naar de tand arts gaat.

Mag ik het adres van jouw tandarts weten?vroeg de hond

Natuurlijk mag je dat,

Mijn tand arts is mijn tweelingbroer. We lijken precies op elkaar.

De hond had niets door en ging op weg naar die tandarts.

Intussen holde het konijn heel snel naar de plek waar hij de hond had aan gewezen.

Omdat het konijn harder rent dan de hond was hij er het eerste. Even later kwam de hond aan.

Hij gaf de tandarts een hand.

Omdat hij dacht dat de tandarts de tweelingbroer van het konijn was,

Stelde hij verder geen vragen.

Hij vertelde alleen dat hij problemen had met zijn tanden.Het konijn trok alle tanden bij de hond er uit en verving ze door stokjes. Die zagen er heel mooi

En schoon uit en de hond had nog steeds niet in de gaten. De

Volgend dag gingen ze weer naar het maisveld en het konijn

Pakte heel snel een hoop mais en at het allemaal op. De hond

Werd opgewonden en probeerde zoveel mogelijk mais naar binnen

Te krijgen, maar alle stokjes vielen al heel snel uit zijn

Mond. Toen begreep de hond dat het konijn hem voor de gek had gehouden.

Het konijn lachte en de hond huilde.

 

en nu een van alyssa( de eekhorn en de vos)

 

Het was een vroege ochtend in de herfst.

Terwijl de eekhoorntjes de laatste eikeltjes en nootjes zochten voor de winter kwam de zon langzaam op‚

 

Heee Eekhoorn!, riep Vos.

Ach Vos, laat haar toch eens met rust, ze moet nootjes zoeken voor de winter.Antwoordde zijn moeder.

Nee hoor riep Eekhoorntje lachend terug, ik ben al klaar.

Zullen we gaan spelen???

Nee! Dat is kinderachtig. Zei eekhoorntje boos.

Ik ga op avontuur naar de griezelgromgrotten.

En ik ga mee! riep vos.

En samen gingen ze op pad.

Na een aantal uurtjes gelopen te hebben komen ze aan bij de grotten.

Jee! Die zijn wel erg eng, vond Eekhoorntje.

Ik blijf buiten hoor!!

Toen de winter naderde en Eekhoorntje en Vos nog steeds bij de griezelgromgrotten waren omdat ze niet terug durfde hadden ze spijt dat ze gegaan waren.

Het zo koud klaagde Eekhoorntje, Ik heb zo n honger.

dan ga je toch naar binnen zei vos.

Ja!!! Kom maar naar binnen!!!Klonk een stem uit de grot.

En er Kwamen 6 beren uit de grot.

Eekhoorntje rende weg.

Maar vos bleef staan en zei:

Hoi Goede vrienden

Eekhoorntje vond vos maar en raar en viel flauw.

Toen ze een maand later wakker werd lag ze in een soort van hol.

Er stonden 6 beren naast haar.

Waar ben ik??

Je bent bij ons, wil je wat te eten??

Ja graag Zei Eekhoorntje. Het is hier wel gaaf zeg!!!!

 

Nu komt er een Gedichtje dat geschreven is door Tim en een verhaaltje dat willem II heet door alyssa

Ik ben een vampier.

Ik ben een vampier,

Ik ben dol op bloed.

Dat vind ik lekker,

Dat doet mij goed.

Ik ben een vampier,

Rode ogen, lange tanden,

Ik kan vliegen als een vleermuis,

En ik hep enhe witte handen.

 

In koude donkere nachten,

Dwaal ik meestal door de mist.

Pas als de zon opkomt,

Dan krijp ik in mijn kistt.

 

Ik ben een vampier,

Met een bleek gezicht,

In de zon zie je me nooit,

Want ik kan niet tegen licht.

Ik ben een vampier,

Krijg s avands laat nog trek,

Dan ontbloot ik snel mijn tanden en ,

En bijt in zijn nek.

 

Maar soms ben ik eenzaam,

Ik ben duizend jaren oud,

Al duizend jaren alleen,

Omdat niemand van mij houd.

 

hier is nog een foto van een Tropische slang

Nu een spannende krantenfolder door tim ontworpen

Spoken gezien

Er was eens een man die niet geloofde in geesten of vorige levens. Vorig jaar, midden in de zomer, werd hij wakker van een verschijning in de slaapkamer waar de man en de vrouw in bed lagen. Hij werd wakker van een soort geritsel en voetstappen op de gang. Verdwaasd keek hij op en zag een grijze gestalte zonder gezicht op hun bed afkomen. Zij vrouw was op dat moment in een diepe slaap. De verschijning was een vrouw met half lang haar en ze bewoog zich in de richting van zijn kussen. De man dacht dat het zijn vrouw was die van het toilet kwam, daarop riep hij de naam van zijn vrouw. Toen hij de naam van zijn vrouw zei, was de verschijning meteen weg. Toen hij later zag dat zijn vrouw naast hem op bed lag, werd hij toch wel bang. Het was een winderig weekend en een groep studenten kwam bij elkaar in een kasteel in Schotland. Ze wilden hier oefenen voor een toneelstuk dat ze wilden opvoeren. Na het eten ging iedereen naar bed. Twee meisjes sliepen bij elkaar op de kamer. Aan de ene kant van het bed brandde een kandelaar die lange schaduwen wierp in de holle en donkere kamer. Er stond een kachel, maar het was er ijskoud, de meisjes konden hierdoor niet in slaap komen. Rond middernacht hoorden ze boven een rollend geluid alsof er iets van de heuvel afrolde. Het vreemde geluid kwam steeds weer terug. Ook hoorden ze voetstappen. Rond twee uur in de nacht zagen ze iets vreemds. Op de muur tegenover het bed zat opeens een grote donkere vlek aan de rechterkant van de open haard. Het leek wel alsof een stuk behang naar beneden was gevallen. De volgende nacht was de plek verdwenen. Omdat ze dachten dat de vlek kwam door de schaduw van de kaarsen, probeerden ze de vlek weer terug tekrijgen. Dit lukte niet.Op een ochtend werd een huisvrouw opgeschrikt door iets wat leek op een gezicht. Zij zag dit op de cementen vloer in de keuken. In de loop van de dagen kon ze de afbeelding steeds beter zien. Hij werd steeds duidelijker. Ze vond het hartstikke eng. Daarom liet ze de afbeelding verwijderen. En alles leek weer normaal. Maar niet voor lang. Binnen een week begon er op dezelfde plek een nieuw gezicht te verschijnen. Maar wat en of wie deed die gezichten op de vloer van een keuken verschijnen? Wetenschappers, professoren, de politie, priesters en anderen hebben zich over de zaak gebogen, maar niemand had een verklaring.

 

 

 


De geschiedenis van de heksen

Al heel lang houden mensen zich bezig met tovenarij (= magie). Mensen wilde het leven van mensen, dieren en planten kunnen beïnvloeden. Dat probeerde ze te doen door allerlei 'magische' handelingen uit te voeren. Ze gebruikte daarvoor bijvoorbeeld afbeeldingen, uitgegraven voetafdrukken en kledingsstukken. Ook werden er heksenzalfjes gemaakt en toverspreuken gebruikt. De mensen geloofden dat heksen geesten konden oproepen en konden vliegen op bezems of op de ruggen van dieren. Ook wisten ze zeker dat heksen van gedaante konden veranderen, bijvoorbeeld in wolven of reptielen.

Heksen probeerden de wereld om zich heen te veranderen. De meeste heksen wilden dat om een beter leven voor zichzelf en anderen (mensen uit het dorp die de heks in dienst namen) te krijgen. Ze dachten dat ze door toverkunsten rijk konden worden, of dat ze geluk zouden kunnen krijgen in de liefde.

De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet en daar moest iedereen zich aan houden. Als je dat niet deed, werd je 'ketter' genoemd. En dat was heel erg. Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je mocht de kerk niet meer in en in de maatschappij was je ook niet meer welkom. Als ketter kon je zomaar gevangen genomen worden. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, werd je levend verbrand.

In de achtste eeuw zeiden de kerkelijken dat iedereen die in het bestaan van heksen geloofde een ketter was.

In de vijftiende eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die nìet in heksen geloofde was een ketter. Natuurlijk was ook elke heks automatisch een ketter.